Curatoren van het Gymnasium der Gemeente
's Graverihage
F. G. A. Gevers Deynoot
Voorzitter.
R. C. Bakhuizen van den Brink,
Secretaris.
2°. de ondervinding, door elk onzer bij het schoolbezoek opgedaan;
3°. de resultaten van het onlangs afgenomen examen. Wij hebben
gemeend geen juisteren maatstaf te kunnen kiezen.
Het getal leerlingen is naar omstandigheden afwisselend geweest.
Nevensgaande tabel zal UEd. Achtb. in staat stellen zich daarom
trent een juist begrip te vormen. Nog altoos is de gemiddelde
verhouding ten voordeele van de tweede afdeeling, doch wij moeten
daarbij opmerken, dat ten gevolge van art. 51 der Verordening
onderscheidene leerlingen zich in klasse BI laten opnemenom
in het volgend jaar tot A I over te gaan. In de hoogere klassen
heeft de overplaatsing van de eene uit de andere afdeeling meestal
ten voordeele van de tweede afdeeling plaats gehad.
Het getal der leerlingen heeft een hooger cijfer bereikt dan in
het vorige jaar, afwisselend van 15 tot 12. Om daaruit een voor-
deelig besluit voor de nieuwe inrigting te trekkenbelet ons de om
standigheid dat in het vorige jaar slechts een gering aantal leerlingen
uit beide klassen tot hooger onderwijs is bevorderd. Ditmaal is het
getal der bevorderden aanzienlijkerdes ondanks echter meenen
wijvoor zoo verre het ons vergund is de toekomst te berekenen
en onder voorbehoud dat de leerlingendie zich tot het examen
aanmelden, in de gewone verhouding aan de eischen daarvan vol
doen dat het volgende jaar geen minder cijfer zal opleveren.
Wij eindigen met het ceterum censeo van de rapporten onzer
voorgangers sedert bijna onheugelijke jaren. Het gebouw, waarin
het onderwijs wordt gegeven, stemt noch overeen met den rang
dezer Gemeente, noch met de waardigheid van het onderwijs,
noch met den stand der leerlingennoch met de behoefte van
licht, lucht en ruimte, die in elk schoollokaal hoofdvereischten
zijn. Wij zullen ons veroorloven eerlang daaromtrent aan UEd.
Achtb. eene nadere voordragt te doen.