door de welwillende zorg van Heeren Burgemeester en Wethouders
in den loop van den zomer eene aanzienlijke verbouwing, door
verbouwing als verandering van inrigting, ondergaan heeft.
De aan de armenopzigters opgedragen werkzaamheden het
inwinnen van inlichtingen omtrent bedeelden en de zich om on
derstand aanmeldende behoeftigen, en of deze geen onderstand
kunnen erlangen van hun Kerkelijk Armbestuur,het bezoeken
der armen de zorg voor de opname der kinderen op de scholen
en hetgeen daaraan onmiddellijk verbonden iswerd door hen met
naauwgezetheid verrigt, terwijl de opgedane ondervinding hen meer
in staat gesteld heeft hunne betrekking naar behooren te vervullen.
Het Armbestuur moet hierbij alleen tot zijn leedwezen vermel
den dat de armenopzigter in de Ilde onderstandswijk bij herha
ling door ernstige ongesteldheid is verhinderd geweest zijne be
trekking waar te nemen, waarin hij evenwel, zonder schade voor
de dienst, door een der anderen met den meesten ijver is bijge
staan.
De vereenvoudigingen door het Armbestuur, op grond van ver-
kregene ondervinding, in zijne administratie ingevoerd, en waarvan
met enkele woorden in bet vorig verslag werd gesproken, zijn
steeds gebleken doeltreffend te zijnterwijl het tot dusver gehou
den finantieel beheer, de statistiek en de correspondentie, behou
dens eenige geringe wijzigingengebleken is voldoende aan het
oogmerk te beantwoordenom welke reden deze wijzigingen aan
Uwe Vergadering in den aanvang van 1864 ter bekrachtiging zijn
voorgesteld.
Volgens art. 29 der Verordening belast zijnde met het onder
zoeken der begroetingen en rekeningen der gesubsidieerde instel
lingen van liefdadigheid, meent het Armbestuur ter bevordering
van een volledig overzigt zijner werkzaamheden hier ter plaatse in
herinnering te moeten brengen de deswege uitgebragte verslagen:
Omtrent de rekening van de Armeninrigting over 1862 in
Uwe Vergadering van den 7den April 1863 (zie Bijblad, bl. 82,
VIII), van het Boomsch Kath. Paroch. Armbestuur, het Nederl.
Israël. Armbestuur, het Hervormd Armbestuur, te Schevenivgen
de Gemeente-apotheek en het Burgergasthuis, in Uwe zittingen
van den 28sten April, bl. 89 en 92, VII en VIII, en 13den