October, bl. 193, XII, welke rekeningen in Uwe Vergaderingen van den 28sten April 1863, bl. 104, XL, van den 5den Mei 1863, bl. 108, XIX en XX, en van den 20sten October 1863, bl. 204, XXVIII, werden goedgekeurd. Eveneens werden door het Burgerlijk Armbestuur de begrootin- gen van genoemde instellingen, met uitzondering van die der Armeninrigting, waarvan het beheer door Uwe Vergadering aan Burgemeester en Wethouders werd opgedragen, voor het dienstjaar 1864 onderzocht en daaromtrent verslag uitgebragt in Uwe bijeen komsten van den 22sten September 1863 (zie Bijblad, bl. 170, IX en X, 13den October 1863, bl. 191, XI, lOden No vember 1863, bl. 215, X, 24sten November 1863, bl. 221, XXIII en 22sten December 1863, bl. 231 en 235, XIII en XIV, terwijl Uwe Vergadering zich met de strekking van de door het Burgerlijk Armbestuur uitgebragte eindrapporten vereenigende tot de goedkeuring der begrootingen besloot in hare bijeenkomsten van den 29sten September 1863, bl. 186, XXI, 24sten No vember 1863, bl. 221, XXIII, 8sten December 1863, bl. 229, XXIV, 29sten December 1863, bl. 242, XXVI en 25sten Januarij 1864, bl. 18, XXV. Die goedkeuring erlangde ook het Burgerlijk Armbestuur op zijne begrooting voor het dienstjaar 1864, bij besluit Uwer Ver gadering van den 15den September 1863 bl. 167 XXXI, waarbij tevens een subsidie uit de Gemeentekas voor 1864 werd toegestaan van ƒ102,000, en alzoo ƒ8300 minder dan voor de behoeften van 1863 werd geraamd noodig te wezen. De beschikking van Z. M. den Koning, ten aanzien van het beheer der in der tijd aan het Burgerlijk Armbestuur aangekomen kapitalen, die, ingevolge Uwe besluiten van den 15den Julij 1862 (zie Bijblad, bl. 136, XXIV), en van den 14den October 1862, bl. 174, XIV, gedeeltelijk bestemd waren om afzonderlijk door Ileeren Burgemeester en Wet houders te worden beheerd, doch die, ingevolge Koninklijk besluit van den 14den September 1863, n°. 81, aan het Armbestuur zijn verbleven, verpligtte het Burgerlijk Armbestuur den Gemeenteraad de wijziging zijner begrootingen voor 1863 en 1864 te verzoeken. Daarbij werd tevens het voorstel gedaanomin verband met de door gemeld besluit te weeg gebragte vermeerdering van vaste

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1863 | | pagina 253