van het wintersaizoen de bedeeling aan 113 gezinnen, gezamenlijk
tot een bedrag ƒ29.85 en 203 brooden wekelijks, benevens 160
spijskaarten werden ingetrokken, en, behalve de intrekking der
verhooging van bedeeling van 170 spijskaarten, van 8 bedeelden
de ondersteuning verminderd met ƒ3.50 en 1 brood. De winter-
bedeelden te 's Gravenhage ontvingen in den regel alleen brood
soep en turf, en slechts bij uitzondering onderstand in geld.
Die te Scheveningen ontvangen dit laatste nimmer, doch werd,
ofschoon met inachtneming van spaarzaamheid, op bepaalde voor-
dragt van de armenopzigtersaan de meest behoeftigen eene meer
dere kleeding of ligging verstrekt dan in de andere onderstands-
wijken.
Wijders heeft het Burgerlijk Armbestuur getracht deze zittingen
tevens dienstbaar te maken aan de uitvoering voor den last, hem
bij art. 28 der Verordening opgedragen, door de bedeelden aan
te sporen hunne kinderen van het schoolonderwijs een getrouw
gebruik te doen maken en hen door het aanleeren van een nuttig
ambacht of beroep voor den arbeid in de maatschappij op te lei
den terwijl het Armbestuur naar zijn vermogen gepoogd heeft
daartoe mede te werken, en een en ander een punt zijner zorgen
zal blijven uitmaken.
Tot de mededeeling overgaande van eenige nadere bijzonder
heden, meent het Burgerlijk Armbestuur Uwe aandacht te mogen
vestigen op de volgende opgaven. Volgens de vaste lijst bedroeg
het getal bedeelden bij de eerste uitdeeling in Januarij 1863
568 gezinnen alhier armlastig en alhier wonende, uitmakende
1318 zielen, te zamen bedeeld met 298.15 en 1005 brooden,
hetgeenbij omslag voor ieder gezinbedraagt aan geld bijna
52| cents en aan brood ongeveer 17j cents.
80 gezinnen, elders domicilie van onderstand hebbende doch
alhier wonende, uitmakende 181 zielen, te zamen bedeeld met
53.30 en 61 brooden, en voor elk gezin te zamen ongeveer
70i cents ’s weeks bedragende.
Behalve de van tijd tot tijd gedane verstrekkingen in hemden,
turf, stroodekens en stroozakkenwerd gedurende de wintermaan
den ten behoeve der bedeelden in de vijf eerste onderstandswijken
verstrekt in Januarij 330 spijskaarten, tot een geldelijk bedrag