19 drie graven in de tweede klasse, en een graf in de derde klasse. Daarentegen werden, ter voorziening in de behoefte, twee grafkelders in de eerste klasse aangebouwd. Omtrent de inkomsten der Burgerlijke begraafplaats zijn onze berigten niet zeer gunstig, waartoe allereerst heeft bijgedragen de mindere sterfte in 1863; naast deze ge lukkige omstandigheid staat die, dat velen langzamerhand in het bezit van eigen graven komenwaardoor de in komsten bij de begravingen natuurlijk verminderen, terwijl het niet te ontkennen valt, dat de meeste begravingen de stilte en orde bevorderdwelke aan deze plaatsen voor ieder behoefte is. Zoo veel mogelijk hebben wij ook op onze eigene be graafplaats het uiterlijk aanzien trachten te bevorderen, maar voor het aanbrengen van beplanting, waardoor het terrein meer beschut en de aanleg voor het oog aange namer zou worden, is de ligging zoo ongunstig, dat wij vreezen daarin nimmer naar wensch te zullen slagen. Nog steeds is het Reglement op het begraven van den IGden Maart 1830 de grondslag, waarnaar het toezigt op het begraven in deze Gemeente wordt uitgeoefend en volgens hetwelk de regten en retributiën voor de Burger lijke begraafplaats geheven worden. Bij besluit van Ge deputeerde Staten van Zuid-Holland van den 24sten Fe bruary 1863, n°. 15, werden wij uitgenoodigd de vroeger voorgestelde helling op nieuw bij den Gemeenteraad in overweging te brengenwaaraan door ons voldaan is in de zitting van den Gemeenteraad van den Oden Maart 1863, dochzoo als U bekend ishebben de twee daarin be trokken Raads-Commissiën hieromtrent nog geen nadere voorstellen gedaan. In het afgeloopen jaar werden door de Gemeente ver kocht

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1863 | | pagina 25