XXVIII, goedgekeurde wijzigingen in ontvang 122,328.55
en in uitgaaf 122,274.21J, met een subsidie uit de Gemeentekas
van 109,250.
Op grond van de over 1862 verkregene uitkomsten en naar
den tegenwoordigen stand der zaken meent het Burgerlijk Arm
bestuur reeds nu de gevolgtrekking te mogen maken dat de uit
gaven over 1863 geen hooger cijfer zullen bereiken dan van
f 98,540, en deze dus ruim f 23,000 beneden de raming zullen
blijven.
De rekening, wier indiening grootendeels vertraagd wordt door
de late terugontvangst der uitschotten voor andere Gemeenten
ten behoeve van elders armlastigenzal hieromtrent meer bijzon
derheden kunnen aanwijzen.
In herinnering zij gebragtdat omtrent het bekende verschil
met Heeren Gedeputeerde Statenbetreffende de overschrijving van
een gedeelte der onder het beheer van het Burgerlijk Armbestuur
staande kapitalen door Z. M. den Koningbij besluit van den
14den September 1863, n°. 81, medegedeeld in de Raadsvergade
ring van den 29sten September 1863 (Bijbladblz. 183II)
is beslist, dat Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland teregt hunne
goedkeuring hebben onthouden aan het besluit van den Gemeente
raad van 's Gravenhage van den 14den October 1862tot over
schrijving van zekere kapitalen, gezamentlijk bedragende 58,900
Nationale 21 pCt. rentegevende schuld.
Ten gevolge van dit besluit bleef het bedrag der van tijd tot
tijd aan het Burgerlijk Armbestuur aangekomen kapitalen onver
anderd te zamen op 69,000 Nationale 21 pCt. rentegevende
schuldwaardoor zijne inkomsten wegens bezittingen en eigen
dommen over 1863met opzigt tot het daarvoor op de begrooting
geraamde bedrag, eene vermeerdering hebben ondergaan van
1060, en die over 1864 eene vermeerdering van 1472.50.
Naar aanleiding daarvan is door het Burgerlijk Armbestuur
magtiging verzocht tot wijziging zijner begrooting voor beide dienst
jaren en daarbij tevens eene vermindering van het subsidie voor
gesteld voor 1863 van 1050 en voor 1864 van 1462.50,
waartoe in de zitting van den Gemeenteraad van den 3den November
1863 (Bijblad, blz. 211, XXVIII en XXIX) besloten werd.