i
I
l
il
L
ii
t
I
I
I
H
ii
’J
s
sJ
I
s
I
i
1'
i
I
g
I
g<
i
1
o
I
1i
s
it
•S „8
lis
I1
i -
Éi
Iministratiën van
Weldadigheid worden gehouden.
BANKEN VAN LEENING, welke
s
I
g
.1
I.
s
"s
3
e
j
g
3
s
s
co
1
i
bp
-s
-
3
'&1
g
I
3
3
5
ssg
co cd
SS5
1C OJ
J
ê-
e~
3
I
ao
ja
_1_
£g
5-s
1
Si
■fs.
.2
a
t]
1-g
OJ
•h
s
S s
J s
il
c 5-2
C 44 p
gas
N«. 9.
UITGAVEN.
AANMERKINGEN.
3
.5
O
»6
bo
-
5-
GETAL PANDEN
IN HET
DIENSTJAAR.
5
2
rq
ci
oc
t-
ci
Cl
3
O*
JO
g
g
o
3
-g
H
o
Ss
J
g
is
01
--
g
g
*o
<u
_bp
”5
o
p
i_r
«J
-T
X.~
»o
3
CS
_o
g
O
_g
3
g
=2
bO
rs
-
o’
CD
CO
04
s
co
1O
CD
CD
CO
CD
o
vH
ra
g
Q
V
r5
a
-g
-2
J3
Tjï
-r
co
g
»o
-H
CO
co
oi
co
L-
eo
co
co
co
o
oi
8
CR
-2
,g
cc
cd
1Q
C
-
O
N
-»-»
■S
o
co
»O
CO
’—f
tdr
o
cd
aj
jo
o
g
__o
g
rs
bp
o
g
o
N
I
S4
<u
a
8
bD
■g
■-
3
Z2
3
S
g
5
gj
o
Cl
o
ci
g
ra
a
^g
cn
g
S
"S
g
bO
o
g
bD
g
bü
o
o5
U0
CN
Cl
CO
'O
.2
K
s
t£)
o
3
(d) De bank heeft derhalve
van haar eigen kapitaal geno
ten eene rente van 2.74 pCt.
d®
<u
°C
03 wH
r-< «-<
H
'cS
V
3
O
.2
o4
g
(c) Deze post is, bii vervan
ging van het vroeger aan de
inbrengers toegekende loon
voor beleenen en lossen, thans
in dezen staat kunnen worden
opgenomen en verantwoord.
O O
1 5
.■s s
Ph t-.
5 g g
■s
■S-s
|.2
(a) Zie Konink. (besluit van
den Öden Mei 1863, n°. 83.
(b) Hieronder zijn begrepen
de uitgaven voor het personeel
en de bureaukosten der Hulp
kantoren.
S'
S3
s
to
il
bo
M S
eS
•S
O
KAPITALEN
WAARMEDE DE BANK
HEEFT GEWERKT.
MIDDELEN WAARDOOR IN DE UITGAVEN
IS VOORZIEN.
.TS
l!
fe c .2
S t>
e
g a
g
T5 O
G ri4
g bb a>
8
