hennipgarenmet garnalen of ander aas op rondvischals schel- visch en kabeljauw) kan, uithoofde de booten slechts open vaar tuigen zijnniet dan op korten afstand der kust plaats hebben. In de laatste jaren deed zich het verschijnsel voor, dat in het voor- en najaar de schelvisch en de kabeljauw zich slechts voor Zandvoort en Egmond nabij de kust vertoont, zoodat men die visscherij daar voortzet en hier opgeeft; konden de booten door snelzeilende schokkers vervangen wordendan zoude ook deze tak herleven. Hoe groot de achteruitgang is blijkt als men het ge middeld cijfer, dat in 1859 per boot besomd werd, vergelijkt met dat over 1863. In het eerste jaar f 1654.32 was het in het laatste 487.44. De booten visschen tevens garnalen. Over 1863 besomden zij voor 3112 manden 3257. Dat cijfer is begrepen in de algeheele opbrengst der 13 booten in 1863 ad ƒ6336.75waarop de gemid delde opbrengst van 487.44 per boot rust, waaruit nog duidelijker wordt hoe zeer de beugvissclierij kwijnt. En ook de garnalen- visscherij vervalt van lieverledesinds de visschers te Arnemuiden in de Maas de garnalen aan boord koken en zoo versch mogelijk naar Engeland verzenden. Het uit de vaart raken der booten is te meer te betreuren, omdat zij des winters brood verschaffen aan die zeeliedenwelke zich des zomers verhuren voor de haringvangst die uit Vlaardingen en andere plaatsen met hoekers en soortgelijke schepen gedreven wordt. Men mag dus veilig voorspellen, dat de dagen van bloei voor Scheveningen voorbij zijnals er geene middelen worden aange wend, om het nog bij tijds te hulp te komen. Die middelen zijn meermalen aangewezen. De aanleg van een haven zal in staat stellen vaartuigen van verschillende soorten voor de verschillende takken der visscherij te bezigen en de mededinging te voorkomen, waarmede de Belgiesche visscherij, vooral na den aanleg van de haven van Blankenberg, haar bedreigt. Zonder dat zal, in verband met de doorgraving van den Hoek van Hollandde visscherij ge dwongen worden zich té verplaatsen naar 's Grmesande. Brengen niet reeds nu de chaloupschepen van de Maas de gevangen buit liever in verschen staat regtstreeks naar de Engelsche markt, dan dood of gezouten in de Maas? Daarentegen moet de versche

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1863 | | pagina 296