visclidoor Scheveningsche vaartuigen gevangenthans grooten-
deels als droogvisch gebezigd worden. Voor de verzending van
verschen visch van daar is er eens per dag te Rotterdam gelegen
heid en wel over den Rijnspoorweg met de sneltrein van 1215.
De visch moetom in tijds op den spoorweg te komenden vorigen
avond te Scheveningen gekocht zijn en komt te laat in Duitsch-
land, om vroeger dan den derden dag genuttigd te worden. Uit
Embden komt door de regtstreeksche verbinding de visch langs
den spoorweg vervoerd, levend te Keulen aan de markt. Zelfs
Rotterdam krijgt nimmer den visch uit Scheveningen op denzelfden
dag en Gelderland en Noordbrabant zijn bij de tegenwoordige
inrigting der spoorwegdiensten geheel buiten bereik. Door Sche
veningen in het bezit eener haven te stellen en die haven in
onmiddelijke aanraking met het algemeen spoorwegnet te brengen,
zullen deze nadeelen worden weggenomen en mag men zich
vleijen, dat ook voor den verschen visch zich te Scheveningen
eene markt zal vestigendie èn onze eigene provinciën èn een
groot deel van het buitenland van dit gewilde artikel zal voorzien.
Men behoort echter zich te haasten, wil men, voor het te laat is,
de visscherij voor volslagen ondergang behoeden. Niet noemens-
waardig is de opbrengst van de visscherij van garnalen langs het
strand en met den zoogenaamden cingel naar botjes. Zij geschiedt
met paarden en wagens door het voerwezen, waardoor insgelijks
de visscherij van schelpen gedreven wordt. Deze neemt jaarlijks
toe, daar het product door de eigenaars der kalkovens voor goe
den prijs wordt opgekocht. Iedere wagenvracht van ongeveer 20
mudden brengt dooreen 3 op, het vervoer naar de losplaatsen
aan het Kanaal daaronder begrepen. Reeds hierdoor alleen sticht
het Kanaal groot nut. Het ware echter wenschelijk, dat het tot
aan het eigenlijk gezegde dorp werd doorgetrokken, dat met wei
nig kosten geschieden kan.
Een ander betrekkelijk niet onaanzienlijk voordeel levert op de
handeldie tegenwoordig in vijfvoeten of zeesterren mede door
het voerwezen gedreven wordt. Vroeger wierp men de zeesterren,
met de netten opgehaalddadelijk over boord. Thans hebben zij
waarde verkregen als mestspecie voor de koolvelden van Rynebnrg.
De beroepen, met de visscherij in verband staande, deelen in