hare welvaart of achteruitgang. Op de drie scheepstimmerwerven, waarbij 36 arbeiders werkzaam waren, werden in den loop van 1863 dertien pinken van stapel gelaten en een gelijk getal op stapel gezet. Op den 31sten December 1863 stondeneven als op den 31sten December 1862, drie pinken op stapel. Vier pin ken verongeluktenvan allen vond de geheele bemanning den dood in de golven. Een dier vaartuigen aangedreven te Noord- wijk bleef nogtans voor de vaart behouden. Van de 126 pinken, die ter haringvangst uitgingen, was de besomming zeer verschillend. Voor de gelukkigsten was zij om streeks ƒ6000 voor anderen daalde zij tot niet boven de 700. Opmerkelijk daarbij mag het geacht wordendat de mindere vangst voornamelijk schijnt te moeten worden toegeschreven aan het volharden bij het gebruik van uit de hand gebreide netten naar het oude systeem. Hoe meer men machinale katoenen net ten bezigde des te grooter was de vangst. De taanderijen bleven acht in getal. De ervaring heeft geleerd dat het aanwenden van cachou verre is aan te prijzen boven eikenschors en het veelvuldig tanen het beste preservatief voor de netten is, zoodat er meer getaand wordt dan vroeger, hetgeen den bloei dezer nijverheid bevordert. In de taanderij van den Heer Maas werd de proef genomen om op de getaande netten de koolteer toe te passenwaarvoor het werktuig in de fabriek van de Heeren L. J. Enthoven en Comp. vervaardigd werd. De uitkomsten voldeden zeer en men belooft zich van deze verbetering veel voordeel voor de visscherij. De droogerijen en rookerijen van visch werden door de lage prijzen, die aan de kooplieden belangrijke verliezen berokkenden, gedrukt. De ankersmederijen en blokmakerijen verkeeren sinds drie jaren in denzelfden toestanddaar de vloot niet noemens- waardig vergroot is. De mandenmakerijen daarentegen bloeijen. Wel heeft de reederijten gevolge van moeijelijkheden met de leveranciers gerezen, moeten besluiten de voor de visscherij be- noodigde manden voor eigen rekening te laten vervaardigen en dit met goed gevolg gedaandoch de ongelooflijke hoeveelheid manden, die uit Tiet JTestland voor het vervoer van producten naar Engeland gevraagd wordt, hield de mandenmakerijen niette-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1863 | | pagina 298