34
e.
f.
Toelagen voor onderstand aan behoeftigen
en liefdadige instellingen.
Nadat in het vorig jaar de nieuwe inrigting van het
Burgerlijk Armbestuur op deze rubriek eene groote ver
andering had te weeg gebragtis het bedrag dezer uit
gaven nu ongeveer hetzelfde geblevende eene post heeft
iets minder, de andere iets meer gevorderd, maar het
geheel verschilt zoo weinig, dat er geene toelichting bij
wordt vereischt. Opmerking verdient het evenwel, dat
het bedrag der geldelijke subsidiën weder is afgenomen,
hetwelk men, ofschoon het hier grootendeels te danken
is aan de mindere behoeften van het Burgerlijk Armbe
stuur, toch altijd een verblijdend verschijnsel mag beeten.
De eenige postwelke eenigzins moet opgehelderd wor
den, is die der armeninrigtingwaarvoor in 1862 het
subsidie van 6500 werd uitbetaaldterwijl de uitgaven
voor deze instelling in 1863 hebben bedragen 10,639.87.
de Badhuisstraat te Scheveningen en in de Achterraam-
straat alhier, over 1862 slechts gedeeltelijk en over 1863
geheel werden bekostigd.
De kosten der bewaarscholen, waaronder alles opge
nomen is, wat voor die scholen uitgegeven werd, o. a.
ook de uitgaven voor vuur en licht, zijn in de laatste
jaren toegenomen, ten gevolge van het in gebruik stellen
van groote localen, waarvan de verwarming veel geld
kost.
Uitgaven voor inrigtingen tot bevordering
van kunsten en wetenschappen.
Hierbij valt weinig op te merken; de meeste der hier
onder behoorende posten zijn vastterwijl de somwelke
voor den Schouwburg toegestaan is, over het algemeen
bijna geheel wordt gebruikt.