44
getuigden, dat de kunstenaars en werkbazen aan wie
de uitvoering werd toevertrouwd, daarbij blijken hebben
gegeven van groote bekwaamheid.
Maar niet alleen aan den Schouwburg, ook aan het
Gemeentebadhuis te Scheveningen werden werken van
eenigen omvang verrigt, die wel de vermelding waardig
zijn, zoo als het verdiepen van de kelders, het vernieu
wen van de veranda aan de zijde van het terrasde
aanzienlijke herstellingen aan de stallen enz. Bij dit alles
werd steeds voortgewerkt aan de spits van den Grooten of
St. Jacobstoren, doch nog altijd zonder dat werk ten einde
te brengenomdat er te weinig handen aan bezig kunnen
zijn en ook te weinig werklieden de geschiktheid hebben
om voor dezen gevaarlijken arbeid gebruikt te worden.
De bouw van het Gasthuis werd in 1863 vervolgd en
voor het grootste gedeelte voltooidten minste de gebou
wen werden onder dak gebragt en het afwerken van de
verschillende localen met het bijbouwen der keukens en
verdere werkzaamhedenhetwelk men de laatste hand
zou kunnen noemen, werd aanbesteed en gegund. Over
den gang van dit werk en over de uitvoering kunnen wij
zeer gunstige berigten gevenzoodat men alle reden
heeft te vertrouwen, dat dit gebouw geheel aan den eisch
zal voldoen.
Voor de kosten van het onderhoud der huizen, torens
en poorten werd in het afgeloopen 4863 de som gevor
derd van f 27,812.49, welke som betrekkelijk zeer gering
wordt wanneer men in aanmerking neemt dat daaronder
een bedrag is van f 10,000 voor de verbouwing van den
Schouwburg, en ook nog eene niet onbeduidende uitgave
voor den Grooten of St. Jacobstoren, zoodat de veertig
huizenwelke uit deze som onderhouden werden en
waarbij het Badhuis eene groote plaats bekleedt, eigenlijk
niet meer hebben gekost dan ongeveer f 14,000.