47 N°. 20. N°. 21. N°. 22. N°. 23. 1°. Vier percelen grondgelegen als vorengeza menlijk groot 2 bunders, 75 roeden, 52 ellen, kadastraal bekend als sectie B, n"‘. 273, 274, 3200 en 3261 (afkomstig van de Ileeren P. F. Blom en J. P. Tischauser). Twee percelen weiland en een gedeelte wate ring alles gelegen als vorente zamen groot 1 bunder, 72 roeden, 20 ellen, bij het kadaster bekend als sectie Bn°. 266en n°‘. 265 en 2798 beiden gedeeltelijk (afkomstig van den Heer W. L. Baron van der Duyn van Benthorn.) Een perceel grond, gelegen als voren en groot 39 roeden, 50 ellen, bekend bij het kadaster als sectie B, n°. 3254 (afkomstig van den Heer Johannes Sillevis). Drie percelen grondgelegen als vorente zamen groot 44 roeden, 70 ellen, kadastraal bekend als sectie Bn°’. 32513248 en 3203 (afkomstig van de Heeren II. M. Horrix en W. J. Horrix). Ofschoon nu reeds een gedeelte dezer gronden tot openbare straat is of wordt aangelegd, hebben wij het van belang geoordeeld ze geheel in de lijst der eigen dommen optenemenbehoudens de veranderingen die men daarin later zal kunnen brengen. Tegenover deze aankoopen staat de afstand in vollen vrijen eigendom van de navolgende percelen welke tot heden toe op erfpacht werden bezeten: aan de erven Lucas Willems vier percelen grond in de Lijnbaan bij de Loosduinsche brug, ten ge volge waarvan de erfpachten vervallen, .vermeld in

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1863 | | pagina 53