68 Wij hebben onder deze rubriek te letten: a. op het Gasthuis, en b. op het Geneeskundig gesticht voor krankzinnigen. Over het Gasthuis kunnen wij zeer kort zijn, omdat ons rapport van den 22sten December 1863, uitgebragt naar aanleiding van ons bezoek van die inrigting, over eenkomstig art. 179, lett. U der Gemeentewet, reeds, de mededeeling van onze bevinding aldaar inhoudt, en wij daarnaar te eerder mogen verwijzen, aangezien het tijdperk van overgang waarin het Gasthuis, voor zoo veel het locaal betreftthans verkeertnatuurlijk geene punten voor een nader of omstandiger verslag oplevert. Wat nu het nieuwe gebouw betreft, is door ons in het 5de Hoofdstuk reeds verslag gedaan van den stand van zaken, terwijl wij er hier bijvoegen, dat wij de hoop koesteren, de nieuwe localen nog in den loop van dit jaar te kunnen betrekken. Bij de in het jaar 1863 gehouden aanbesteding van het afwerken van het geheele gebouw en het opbouwen der keukens, is de aanneming- som gew’eest f 65,250, en nu zullen nog eenige werken voor verwarming en verlichting enz. benoodigd zijn, alsmede het geheele ameublement moeten aangeschaft worden. In den staat, als Bijlage M achter het Verslag gevoegd, zijn de statistieke opgaven vervat, welke wij gewoon zijn van het Burgergasthuis te verstrekken, terwijl daarbij in acht is genomen de aanschrijving van den Commissaris des Konings in deze Provincie van den Isten Maart 1859, A, n°. 1755 (2de Afd.). Omtrent het Geneeskundig gesticht voor krankzinnigen, hetwelk door ons in de tweede plaats werd genoemd, OVERZIGT VAN DEN TOESTAND DER ZOOGENAAMDE GAST EN ZIEKENHUIZEN EN KRANKZINNIGENGESTICHTEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1863 | | pagina 74