102 de Koningin) werden opgeluisterd door openbare muzijk- uitvoeringen van het muzijkcorps van het regiment Grenadiers en Jagersin het Lange Voorhout alhier daartoe door de welwillendheid van den Heer Kolonel- Kommandant beschikbaar gesteld. Ten aanzien van den zoo even genoemden Koninklijk- Zoölogisch-Botanischen tuinwaarvan wij de daarstelling in het vorig Verslag hebben vermeld, kunnen wij verder berigtendat die inrigting zich niet alleen goed heeft staande gehouden, maar ook voor den korten tijd, dien zij bestaat, krachtig ontwikkeld heeft in tal van leden. De druk bezochte tuin, die bij het Bosch in den Benoor- denhoutschen polder is gelegenlevert ook voor den voorbijganger een aangenaam gezigt op en is, zoo wel uit dien hoofde als door zijne aantrekkelijkheid voor den vreemdeling, een aanwinst voor de Gemeente. Wij hebben verder alhier, als de scholen, welke in het voorschrift des Verslags bedoeld zijnte vermelden 1°. De Academie voor beeldende kunsten en technische wetenschappen. Ten aanzien van deze belangrijke inrigting van onder wijs kunnen wij ons bepalen tot de verwijzing naar het verslag, hetwelk de Raad van Bestuur der Academie aan ons heeft ingezonden over het afgesloten Academiejaar en als Bijlage lett. U achter dit Verslag is gevoegd. De daarin voorkomende opmerking omtrent het gebrek aan kennis bij de aspirant-leerlingengebleken bij het toelatingsexamenheeft ons aanleiding gegeven tot het instellen van een onderzoek naar dat verschijnselhet welk te meer verwondering mogt barendaar de Gemeente in den laatsten tijd zich groote opofferingen voor het lager onderwijs getroost heeft. Naar aanleiding van dit onderzoek kunnen wij de geruststellende verzekering ge-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1864 | | pagina 108