103
2°. De Koninklijke Muzijkschool.
Na de opmerkingen, welke ter gelegenheid der behan
deling van de Gemeentebegrooting voor 1865 en ook bij
eene latere discussie ten opzigte van deze instelling zijn
gemaaktmeenen wij niet beter te kunnen doen dan het
verslag, hetwelk de Commissie van toezigt ons op ons
verzoek heelt toegezonden over den toestand der school
en het aldaar gegeven onderwijs, hierachter te doen vol
gen (zie Bijlage lett. V).
Over den Schouwburg, waarover wij gewoonlijk hier
berigt gaven, hebben wij het navolgende te vermelden:
Het nationaal tooneel, hetwelk stond onder directie van
den Heer .1. C. Valois, werd, in aanmerking nemende
de weinige hulpmiddelendie der Directie uit het oogpunt
van kunst ten dienste waren, behoorlijk beheerd en vrij
goed geëxploiteerd. De door den Raad aan de Directie toe-
gestane voordeelen schijnen van gunstigen invloed geweest
ven, dat de grond van de ondervonden gebrekkige kennis
geenszins gelegen is in onvoldoend onderwijs op de
Gemeentescholenmaar alleen daarindat de jongelieden
reeds lang de school hadden verlaten.
Het slot van het verslag geeft ons aanleiding, te herin
neren aan het door ons gedane voorstelom te bepalen
dat van wege de Gemeente aan de Teeken-Academie
blijvende ondersteuning zou worden verleenddoch als
inrigting tot bevordering van kunst en kunstzin. De be
zwaren eerbiedigende, die ter gelegenheid der discussie
over dat voorstel in de Raadsvergadering van den Isten
November 1864 daartegen werden ingebragl, hebben
wij besloten dit voorstel in te trekkende beslissing
over deze aangelegenheid overlalende tot latere discussie
bij de Begrooling voor 1866 of vroeger, zoo dal mogl
blijken noodig te zijn.