107
e.
d. de mededeeling der middelen, zoo gewone als buiten
gewone, tot leniging en vermindering der armoede
aangewend, en
De rijkdom der stof gebiedt ons, bij de behandeling
daarvan kort te zijn en wij kunnen die kortheid te eerder
betrachten, omdat wij in vorige Verslagen de zaak van
het armwezen meermalen breedvoerig beschouwden, ter
wijl het toch van zelve spreektdat zonder buitengewone
voorvallen het eene jaar niet veel van het andere kan
verschillen.
de opgave der middelen, die verder nog tot ver
betering van den staat van het armwezen zouden
kunnen in het werk gesteld worden.
a. De toestand van het armwezen in onze Gemeente
was steeds vooruitgaande, vooral hieruit blijkbaar,
dat de bedeelingen niet in gelijke mate toenamen
als de bevolking; wij veroorloven ons de vrijheid,
als Bijlage lett. W, achter dit Verslag het algemeen
jaarlijksch verslag van het Burgerlijk Armbestuur
over 1864 te doen volgen en vermeenen daartoe te
mogen verwijzen voor de kennis van den stand dezer
zaak, voor zoo veel dat Armbestuur en zijne vertak
kingen betreft; uit dat verslag blijkt het, dat er
vooruitgang plaats hadniettegenstaande heerschende
ziekten van ongunstigen invloed moesten zijn,
vooruitgangonaangezien de winter lang en tamelijk
gestreng was. Doch wij bepalen ons geenszins tot
dat verslag; ook de tabellen van het armwezen, als
Bijlage lett. X hierachter volgende, zullen, voor
ieder die de cijfers naauwkeurig wil nagaan, het
bewijs van vooruitgang in den toestand van het
armwezen leveren en het was op grond van het