128 2°. HOOFDSTUK XII. Landbouw. De algemeene toestand van den landbouw kan, tot ons leedwezen, niet gunstig worden genoemd, daar al wat landbouw betreft in het afgeloopen jaar slechts middel matige uitkomsten heeft opgeleverd, hetwelk grootendeels aan het guredrooge weder moet toegeschreven worden. De weilanden waren gedurende de beste maanden schraal en eerst later is daarin ten gevolge der gevallen regens eenige verbetering gekomen, terwijl de hooioogst slecht is uitgevallen, de appelen en peeren wel in ruimte voor- dragten bijdragen of toespraken in het belang der afschaffing plaats hadden. Het Hoofdbestuur der Vereeniging hield in het afgeloopen jaar vier- of vijfmaal alhier bijeenkomsten tot bespreking der belangen van de Vereeniging, en op het tot stand komen in deze Gemeente van eene Vereeniging tot bescherming der dieren waarvan de statuten door Z. M. den Koning zijn goedgekeurd en het Beschermheerschap door Hoogstdenzelven is aanvaard. Het Bestuur heeft ons van deze vestiging kennis gegeven en ons o. a. medegedeeld, dat de Vereeniging, ofschoon eerst sedert den 25 Augustus 1864 bestaande, reeds 552 leden telt, welk getal voorzeker zal toenemen, wanneer het bestaan en het doel der Vereeniging meer van algemeene bekendheid zullen zijn. Van den werkkring en den invloed dezer Vereeniging hopen wij in een volgend Verslag meer bijzonder heden te kunnen geven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1864 | | pagina 134