130 hun vak ook op die hoogte hebben gebragtdat zij buitenlandsche mededinging niet behoeven te duchten. Van invoer van nieuwe gewassenwerktuigen en vee- rassen is ons geene mededeeling gedaan en evenmin van de toepassing van nieuwe uitvindingen. Hoe ongunstig het saizoen ook voor den oogst moge geweest zijnover misgewas of verlies van oogsten door onwederhagelvorstoverstroomingen en dergelijke verschijnselenhadden wij in onze Gemeente niet te klagenterwijl ons ook niets is bekend geworden van het aamvezen van schadelijke dieren of van het heerschen van ziekten der gewassen en van het vee. In den staat als Bijlage lelt. Z achter dit Verslag ge voegd wordt de opgave gevonden der hoeveelheid van de beteelde bunders, met opgaaf der hoofdgewassen en tweede vruchtenalsmede na welk gewas laatstgemelde zijn geteeldeven als die der opbrengst per bunder en der gezamenlijke opbrengst in muddenpondenstuks of geldswaardevoor zoo verre die opgave door ons kon verstrekt worden. Ten aanzien der bloemisterijen en van den tuinbouw zij opgemerkt, dat, ofschoon die over het algemeen in de laatste jaren in onze Gemeente zeer zijn vooruitge gaan, het minder gunstige weder ook daarop van invloed is geweest en de uitkomsten derhalve in 1864 minder voordeelig waren dan in vorige jaren. Zoo als reeds meermalen werd opgemerktbestaan alhier geene boomgaardenwelke in het voorschrift des Verslags worden bedoeld; wat de boomvruchten betreft, hebben wij reeds in den aanvang van dit Hoofdstuk ver meld, dat die in groote hoeveelheid voorhanden waren, maar niet door goede hoedanigheid hebben uitgemunt. Over de boomkweekerijendie alhier onbeduidend zijn, en den houtteeltdie over het algemeen weinig beteekent

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1864 | | pagina 136