136
HOOFDSTUK XIV.
Ambachts- en Fabrleknijverheid.
Over het belangrijk onderwerp van dit Hoofdstuk wordt
almede in het Verslag der Kamer van Koophandel en
Fabrieken breedvoerig gehandeld, zoodat wij ons ontslagen
kunnen rekenen van de taakom daaromtrent in vele
bijzonderheden te treden.
De Kamer heeft in haar personeel geene verandering
ondergaan; de vier Leden, die met den Sisten December
1864 moesten aftredenzijnde de Heeren K. Enthoven Lz.
J. W. van der Schooren A. E. Maas en G. Nicola
werden bij de gehouden verkiezing op den loden Novem
ber 1864 herkozen.
Zij kenschetst den algemeenen toestand der ambachts-
en fabrieknijverheid door de woorden, waarmede zij haar
verslag aanvangt: «het afgeloopen jaar gaf in vele op-
zigten stof tot dankbaarheiden in den loop van het
verslag worden de redenen ontvouwd en de feiten aan
gegeven, waarop hare meening ten dezen aanzien berust.
Bevoegd als de Kamer door haren werkkring en door
hare persoonlijke ondervinding is, om hiertoe betrekkelijk
een oordeel uit te spreken, mogen wij ons derhalve over
die uitspraak verheugen, omdat zij het gevolg is van toe
nemende welvaart en ontwikkeling op een gebied, het
welk wij in onze Gemeente met zooveel belangstelling
zien uitbreiden. Ook op dat gebied, hopen wijzullen
eenmaal de rijke vruchten geplukt worden van het geno
men besluit ten aanzien der zeehaven te Scheveningen
en de aansluiting aan het algemeen spoorwegnet, het
gemis van welke laatste vooral door de nijverheid in het
algemeen alhier sterk wordt gevoeld.
Ten behoeve dier nijverheid werden in het afgeloopen jaar