139 HOOFDSTUK XV. Handel en Scheepvaart. 1864 ter markt gebragt werd, weder eenigzins is achteruitgaan; ten minste in 1863 beliep die hoeveelheid 98,916 Ned. ponden en in 1864 was zij slechts 93,254 Ned. ponden. Het verdient evenwel opmerking, dat de duurte der boter hierop stellig van invloed is geweest; de gemiddelde marktprijs van de hooiboter toch Bij Raadsbesluit van den 11 den October 1864 is be paald, dat de gewone paardenmarkt, welke alhier sedert onheugelijke jarcn op Dingsdag van de kermisweek plaats had, voortaan niet meer zal worden gehouden. De aan leiding tot dit besluit was de onbeduidendheid dier markt waaraan naar het oordeel van deskundigen geene be hoefte meer bestonden het mislukken der pogingenom haar op te heffen uit den staat van verval waarin zij verkeerde. Behalve deze wijziging is de lijst der markten, welke het laatst opgenomen werd in het Gemeente-Verslag van 1860, pag. 122, onveranderd gebleven, zoodat wij dus daarhenen mogen verwijzen. Ten aanzien van den toestand der markten kunnen wij opgeven, dat zij niet achteruitgaan, maar steeds gelijken tred houden met de toenemende bevolking, in welker be hoefte zij ook voor zooveel noodig geregeld voorzien; als plaatsen van handel kunnen de markten in onze Gemeente niet beschouwd worden. De markten, waarop wij gewoon zijn de aandacht meer bepaaldelijk te vestigen zijn 1°. de Botermarkt die te oordeelen naar de hoeveel heid welke in BINNENLANDSCHE HANDEL. (I.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1864 | | pagina 145