141
Totaal
Liggeld
Kaaigeld
Door den Heer Controleur der Plaatselijke belastingen,
door wien de controle over deze heffing plaats heeft,
- 13,992.69
- 349.96
- 617.15
14,959.80
f 1,174.321
De opbrengst over 1864 bestond uit ha
vengeld f 15,773.35 bruto,
af voor restitution- 1,780.66
De opgave van het aantal en van den tonneninhoud
der schepen, die niet tot de dienst der openbare midde
len van vervoer behooren, wordt gevonden in den staat,
als Bijlage lett. FF achter dit Verslag gevoegd.
De binnenlandsche scheepvaart was, blijkens dien staat,
in 1864 minder belangrijk dan in 1863, vooreerst ten
gevolge van den minderen aanvoer van bouwmaterialen,
maar voornamelijk door het gestremd zijn der vaart ge
durende de maanden Januarij en December 1864; het
verschil tusschen de twee jaren bedraagt 2664 vaartui
genmetende 31,880 tonneninhoud. Het bedrag der
zandschuiten daarentegen bedroeg in 1864 veertig meer
dan in 1863, doch overigens was alles verminderd: het
getal der beurtschepen beliep 2 minder, metende 35 ton
nen; tegen 42 houtvlotten, lang 1830 ellen, in 1863,
werden in 1864 slechts 31 houtvlotten, ter gezamenlijke
lengte van 1547 ellen, ingevoerd.
Dat deze vermindering van invloed is geweest op het
cijfer der opbrengst van de havenbelasting behoeft wel
geen betoog. Die opbrengst was 14,959.80
in 1863 beliep zij- 16,134.12|
derhalve minder
c.
BINNENLANDSCHE SCHEEPVAART.