in
DE ONDERWIJZERS.
Het personeel der hoofdonderwijzers is door de benoeming van
den Heer IJ. IJkema, door den Gemeenteraad op den 5den April
1864, met een vermeerderd.
In 1864 zijn door den Gemeenteraad wegens liet onderwijs in
de handwerken van nut aangesteld 5 onderwijzeressen van de 1ste
klasse en 5 van de 2de klassedienadat in overleg met de
hoofdonderwijzers der betrokken scholende uren geregeld waren
waarop zij op iedere school onderwijs zouden geven, voor zoo
veel 's Gravenhage betreft, op den Isten December laatstleden,
hare werkzaamheden hebben aangevangen.
Na dien tijd zijn in overleg met den Districts-Schoolopziencr
de noodigc kweekelingen voor dit onderwijs aangesteld.
Den 31sten December 1864 waren bij de Gemeentescholen
werkzaam 54 hulponderwijzerswaarvan 5 hebben den 2den rang
en 6 dien van hoofdonderwijzer; 61 kweekelingen, waaronder 3
1864, zijn na de zomervacauue de leerlingen der school voor
minvermogenden in de Achterraamstraat mede toegelaten tot het
onderwijs in de gymnastiekdoch is wegens hun gering aantal
dit onderwijs aanvankelijk vereenigd met dat der leerlingen van
de school voor minvermogenden in de Jufvrouw-Idastraat.
Op de Gemeentescholen bestond vroeger de gewoonte telken
half jare prijzen aan de kinderen uit te reiken. Door de Ver
ordening van den 20sten Maart 1860 is die prijsuitdeeling bepaald
tot eenmaal ’sjaars.
Sommige hoofdonderwijzers achten ook deze prijsuitdeeling minder
doelmatigzij hebben verklaard de voorkeur te geven aan het
uitreiken van beloonincren aan hen, die de school met lof verlaten.
De Plaatselijke Schoolcommissie heeft dienaangaande in 1864
ingewonnen het gevoelen van de hoofdonderwijzers der scholen
voor armen en minvermogenden.
Daar hunne meeningen zeer uiteen liepenheeft deze Commissie
vermeend geen besluit te moeten nemenmaar aan de Subcom
missie voor iedere school de vrijheid te moeten latenom
overleg met den hoofdonderwijzer, de gelden, voor die prijsuit
deeling, zoodanig te besteden, als zij meest geraden zal oordeelen.