lie kosten van het onderwijs.
Dienaangaande kan de Plaatselijke Schoolcommissie geene op
gave doen.
Het bijzonder onderwijs.
De Heeren J. de Vos en L. Verveen Jz. hebben in 1864
hunne scholen opgeheven; de eerste, omdat hij het instituut van
den Heer Mensing te Rijswijk heeft overgenomende ander,
wegens zijne benoeming als hoofdonderwijzer eener bijzondere ge
subsidieerde school te Dieren.
aan de normaal-
Kijkskweekelingen5 onderwijzeressen 1ste klasse5 onderwijze
ressen 2de klase en 10 kweekelingen voor de handwerken.
In 1864 zijn 6 hulponderwijzers eervol ontslagen, waarvan 4
wegens benoeming elders tot hoofdonderwijzer eener school, 11
bevorderd en 10 nieuw benoemd, terwijl nog zijn aangesteld 10
onderwijzeressen voor de handwerken.
De veranderingenvoorgevallen in het personeel der onder
wijzers en hunne inkomstenblijken uit de vergelijking der tabellen
E. over 1863 en 1864.
Zeven hulponderwijzers der 4de klasse genieten eene toelage
van 150 ’sjaars en zulks krachtens besluit van den Gemeente
raad van den 29sten Julij 1862. Daar de aanleiding' tot dit be
sluit te wetende behoefte aan geschikte hulponderwijzers
grootendeels vervallen is, en die toelage op den ijver van velen
ongunstig werkteheeft de Plaatselijke Schoolcommissie geadviseerd
dit besluit in te trekkenmet behoud evenwel van die toelage voor
de titularissentot dat zij naar anciënniteit kunnen bevorderd
worden tot hulponderwijzers der 3de klasse.
Van de Kijkskweekelingendie deel namen
lessen waren den 31sten December 1864 geplaatst 1 op de school
in de Nieuwe Schoolstraat, 1 op die in de Lepelstraat en 1 op
die in de Lombardstraat.
Er zijn geene klagten vernomen, noch is het der Commissie
geblekendat de onderwijzers iets zouden hebben geleerdgedaan
of toegelatenwat strijdig is met den eerbiedversclmldigd aan
de godsdienstige begrippen van andersdenkenden.
Pensioenen zijn in 1864 aan onderwijzers niet verleend.