J
ons eensklaps van
het in het belang
en van den Heer L. Chatelain tot leeraar in het Fransch
respectivelijk bij Raadsbesluiten van 9 Augustus en 26 Julij jl.
Het aantal leerlingen bedroeg minder- dan in het vorig jaar.
Vijfendertig leerlingen hadden zich voor het toelatings-examen
aangemeld daaronder vier die reeds het onderwijs op het Gym
nasium genoten haddenmaar tot andere afdeelingen of tot
hoogere klassen, dan waartoe zij volgens de verordeningen zouden
behoord hebben, wenschten over te gaan. Van die 35 werden
er vijf afgewezen. Dat wij noch bij dit toelatings-examen, noch
bij het voorafgaand promotie-examen onze eischen te hoog hadden
gesteld werd door de ervaring bevestigd. Allengs gaven eenigen
der toegelatenen den kamp op en werden door hunne ouders of
voogden van het Gymnasium terug genomen. Van de 13 ten
vorigen jare niet bevorderden, verlieten er 3 het Gymnasium.
Op eene enkele uitzondering na is onze proefneming wel gelukt.
Wij hebben thans geene uitzondering behoeven te maken de
overblijvers van het vorige jaar regelmatig tot eene hoogere klasse
te doen opklimmen en er zijn er enkelen onder, die blijken van
zeer in het oog vallende vorderingen hebben gegeven. Zeer
ongunstig steekt ons eindcijfer van Julij 1864 bij dat van Julij
1863 af. Noch curatorennoch leeraars zijn zich eenig pligt-
verzuira bewustmaar de onregelmatigheid of zwakheid van de
toelatings-examina aan de Hoogescholenwelke aan de ligtvaardig-
heid van welraeeneudemaar kortzigtige ouders de hand reikteheeft
eene onzer beste klassen beroofd. Wij achten
van het onderwijs dit verschijnsel ter kennis te
brengen van allendie in den gang van het Hooger onderwijs
belang stellen.
Het had sedert jaren voor ons niets vreemds, dat de leerlingen
van de hoogste klassen van de afd. B in het laatste vierendeel-
jaars van den cursus schaarscher de lessen bezochten. De door
hen af te leggen examina hadden in de maanden Mei of Junij
voor de Commissiën van Delft en Breda plaats. Die in hunne
exmina geslaagd warenbekommerden zich om het onderwijs aan
het Gymnasium niet veel verder, dan noodig was om hunne aan
spraak op prijzen te handhaven; die niet geslaagd waren bleven
in den regel weg. Het was eene noodzakelijkheidwaaraan w’ij