gewend waren ons te onderwerpen. Doch van verloopen der leer lingen, zoo als dit jaar in de eerste afdeeling plaats greep, had den wij nog geen voorbeeld. Een goed leerling van klasse IV A, zoo wij meen en omstreeks February dezes jaars voor de studie der letteren bestemdverzocht een beroemd hoogleeraar de proef te nemen van zijne vorderingen. De uitspraak des hoogleeraars was, dat de leerling nog anderhalf jaar ernstige oefening in het Grieksch noodig hadeer hij met zekerheid van goede vrucht de akademische lessen kon bezoeken. De naaste gevolgtrekking had deze moeten zijndat onze beschouwingen juist waren en dat de leerling volkomen op die hoogte was, waarop hij volgens het plan onzer lessen zijn moest. Maar in plaats van die gevolgtrekking maakte men eene anderenamelijk dat ons stelsel van ontwik keling niet deugdeomdat de leerlingen gewoonlijk eerst op hun nen tijd en niet vroeger tot die rijpheid kwamenwelke het aka- demisch onderwijs vorderde. De leerling werd van het Gymnasium afgenomen, en aan bijzonder onderwijs overgeleverd. Het gegeven voorbeeld werd door een ander voorbeeld van gelijke bevooroor deeldheid gevolgd en werkte op de geheele klasse zoo demorali serend dat zij in dezen cursus bij lange na niet leverde wat zij in dien des vorigen jaars scheen te beloven. Herstel ware er mogelijk geweest, indien de gemoedelijke gestrengheid des be doelden hoogleeraars door zijne ambtgenooten ware ondersteund maar eerlang verbreidde zich het geruchtdat men bij de admissie- examens aan de hoogescliolen besloten had het smalle pad van vroeger in een breeden straatweg en de enge poort in eene ruime barrière te herscheppen. Wat wij niet hadden kunnen verwachten, is gebeurd en er zijn als studenten jongelieden toegelatenzoo weinig ontwikkelddat wij niet begrijpen tot welke laagte het akademisch onderwijs zal moeten afdalenom voor zulken nuttig te zijn. Dat onze IVde klasse, waarin over het geheel een goede kern lag, maar de rijpheid nog gemist werd, van dien vrijbrief gebruik maakte, kon ons niet langer bevreemden. In den aan staanden cursus zal V A slechts twee leerlingen bevatten. Zoo wij ten deze vrij en onbewimpeld aan UEdelAchtb. onze meerling uitdrukken, het is omdat ons oog met bekommering een stand van zaken gadeslaatwelke tot slooping van het voorbe-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1864 | | pagina 237