reidend enin de gevolgen van gansch het Hooger onderwijs leiden moet. Wij durven voorspellen dat het met de studie der oude letterenals middel ter verkrijging der hoogste geestbe schavingook in ons land spoedig zal gedaan zijn, indien niet, vóór het kwaad nog dieper wortelen schiet, daarin voorzien worde, zij het ook bij partiëlen maatregel. Wij wenschen dat de toegang tot het akademisch onderwijs voor niemand wie het zijworde afgesloten doch wij wenschen dat de propaedeutische lessen daar gegeven geen beuzelwerk of tijdverlies worden voor leer lingendie op wel en wettiglijk ingerigte gymnasten en latijnsche scholen vrij wat meer kennis verkregen hebben, dan het toelatings examen thans onderstelt. Wij wenschen dat zij, die in de scholen den geheelen cursus hebben afgeloopen en een examen doorge staan waarvoor de Regering de waarborgen kan stellendoor Curatoren kunnen worden gepromoveerd, zonder onder de bedrei ging te liggen van een nader propaedeutisch examen, dat voor de onrijp toegelatenen een valstrik worden moet. Wij wenschen dat voor ben die, na goede gymnasiale opleiding, met de beste voor nemens bezield, zich ter studie aangorden, geen jaar in ledigheid verloren ga, die hen weerloos zou overleveren aan al de verlei ding, waaraan de jeugdige student is blootgesteld. Wij dragen kennis van al de berispingenwaaraan het vak- systeeraop het Gymnasium ingevoerdten doel heeft gestrekt. Wij verheugen ons, dat die berispingen door de ervaring zijn ge logenstraft. Omdat wij steeds zorg gedragen haddendat het zwaartepunt der studiën voor de eerste afdeeling in het Grieksch en Latijn, voor de tweede in de wiskundige wetenschappen werd gelegd, heeft de meer gezette beoefening der zoogenaamde bijvak ken geen nadeel aan de vorderingen in de hoofdvakken gedaan, maar daarentegen eene algemcene kennis bevorderdwelke de eisch der tegenwoordige beschaving ismaar waaraan het lager onderwijs hier ter stede buiten staat bleek te voldoen. Wij heb ben vooral op de kennelijke vorderingendoor de leerlingen in het EngelschDuitsch de Algemeene Geschiedenis en de Aard rijkskunde onzer koloniën gemaakt, ons te beroepen. Zoo het verwijt gedaan wordt dat de studie dier vakken den leerling met werkzaamheden overhoopt en dit verwijt des neen in alle

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1864 | | pagina 238