werkt en twee gedeelten van zijn Overzigt van de Algemeene Geschiedenis, de Oude Geschiedenis en die der Middeleeuwen konden zijnen leerlingen gedrukt in handen worden gegeven. Geene kostbare oogenblikken gingen op die wijze met dicteren verlorenen de leeraar won tijdom hetgeen in zijn Overzigt vervat was nader te verklaren en uit te breiden. De leergierigheid der leerlingen is in gelijke mate toegenomen en wij achten dit te schooner loon voor Dr. van Oobdt, omdat geen leeraar zich met meer ijver de belangen zijner kweekelingen in het hem toever trouwde vak van onderwijs aantrekt dan hij. Wij achten ons tot die getuigenis onzer volkomene tevredenheid te eer verpligt, omdat de naauwgezetheid diens leeraars hem ten onregte dwingt met zich zelven onvoldaan te zijn. Bij den achterstand van vorige jaren die ditmaal in te halen vielbij het aantal lessen dat in andere vakken voor de leerlingen bestemd isachten wij het ónmogelijk meer te bereiken dan in dezen cursus bereikt is. Al moge hier en daar niet aan den omvang, in bet Programma geraamdvol daan zijnde inhoud van het onderwijs was te degelijker en inhoud en omvang zullen voorzeker in den aanstaanden cursus hand aan hand kunnen gaan, wanneer het den leeraar gelukken zal, zoo als hij zich voorstelt, nog met het einde van dit jaar den hoogeren klassen het derde gedeelte van zijn Overzigt in handen te geven. Te dezer gelegenheid kunnen wij ons niet weerhouden de meeste goedkeuring te schenken aan hetgeen wij bij het examen omtrent de vorderingen der vierde klasse van beide afdeelingen in de aardrijksbeschrijving van Nederlandsch Indie vernamen. De jongelieden toonden eene levendige belangstelling in dit onder werp en de bulpleeraar in het Hollandsch en de vaderlandsche geschiedenis met dit onderwijs belastDr. J. ten Brink vol deed aan hunne behoeften door eene veelomvattende en bezielde voordragt. Over het onderwijs in de Vaderlandsche Geschiedenis leggen wij eene even gunstige getuigenis als in het vorige jaar af. Het onderwijs in de geschiedenis onzer Staatsinstellingen was bevredigend. Het andere gedeelte werd door den leeraar monde ling of naar dictie behandeldhet latere volgens Visserino’s

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1864 | | pagina 243