grondtrekken. Eerst tegen het einde van den cursus heeft de leeraar aan zijne belofte kunnen voldoen door de uitgave zijner Handleiding die in den volgenden cursus aan het onderwijs ten leiddraad zal strekken. Wij beloven ons daarvan het beste. Aangenaam was het ons te ontwarendat de vaderlandsche ge schiedenis voor vele leerlingen een aantrekkelijk voorwerp van beoefening scheen geworden te zijn. Hunne oefeningen in rede kunstig spreken waren meestal door hen daaraan ontleend en die daaraan ontleend waren behoorden juist tot de beste. Zoo wij bij het examen eene goede kennis van feiten en een helder be grip van hun onderling verband opmerktente meer viel het ge brek aan bekendheid in het oog met de aardrijkskunde èn van ons vaderland èn van de voormalige zeventien provinciën. Ook de leeraar had dit gebrekhetwelk waarschijnlijk aan vroegere opleiding bij het lager onderwijs te wijten is opgemerkt en stelt zich voor daarin te voorziendoor dit onderwijs in de lagere klassen voor het vervolg in te scherpenomdat het verzuimde moeijelijk in hoogere klassen kan worden ingehaald en eene po ging daartoe op den duur op het geregeld onderwijs in de ge schiedenis een nadeeligen invloed zou uitoefenen. Ofschoon wij niets terug nemen van den lof, waarmede wij van enkele mondelinge voordragten gewaagdenworstelden wij ook dezen cursus nog met de hoogst gebrekkige kennis der leer lingen van de gronden onzer moedertaal en hunne geringe vat baarheid voor de eigenaardigheden van den Nederlandschen stijl. Bij de eerste afdeeling, waarbij grammatikaal onderwijs in de oude talen cn zelfs eenigermate kritiek van de uitdrukking der oude schrijvers op den voorgrond staatlaat zich van zelf eenige aanvulling van nat hier ontbreekt ook voor het vervolg verwach ten. Voor de tweede afdeeling, die den steun der oudere talen mist, is die belangrijke oefening, met het verlaten van het Gym nasium in den regel afgesloten. Bovendien gaat in dien stand van zaken het onderwijs in de geschiedenis onzer letterkunde bij de leerlingen voorbij zonder wezenlijken indruk of vrucht achter tc laten. Wij hebben er dus bij den liulpleeraar op moeten aan dringen liever iets van het laatstgenoemde onderwijs te laten varen en met dubbele inspanning zich toe te leggen om de be-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1864 | | pagina 244