gehoopt liet onderwijs in de natuurkunde te kunnen uitbreiden en geleidelijk op de hoogte te brengen door de Wet op het Middel baar onderwijs voorgesclireven reden waarom wij de benoeming van een zesden hulpleeraar hadden uitgelokt, doch na slechts weinig maanden loffelijk zijne dienst te hebben waargenomen werd de Heer Bellaar Spruijt door eene oogziekte getroffen, zoo ernstigdat hij tot herstel daarvan het onderwijs tijdelijk moest laten varen. Hoewel in die ontstentenis zoo veel mogelijk door de overige onderwijzers in de wiskundige vakken met den meesten ijver werd voorzien had deze omstandigheid echter na- deeligen invloed op de lessen in een vakgedeeltelijk nog nieuw aan dit Gymnasium. Het onderwijs heeft dan ook ditmaal nog niet de verlangde uitkomsten opgeleverd er bestaat evenwel ge grond vooruitzigt dat de Heer Bellaar Spruijt bij den aanvang van den volgenden cursus zijne lessen zal kunnen hervatten en zoo wij hopen ongestoord voortzetten. Het onderwijs in de natuurkundige wetenschappen, vroeger niet in die uitgebreidheid aan het Gymnasium gegeven als thans na de hervorming dezer instelling het geval ismoet nog in beter ver band gebragt worden met het wiskunstig onderwijs. Dit kan echter niet dan langzamerhand geschiedenal naarmate de onder vinding ons hierin het bereikbare van het onbereikbare doet on derscheiden. De moeijelijkheid om dit verband te verkrijgen wordt nog verhoogd door de omstandigheid dat het doelwaar toe de leerlingen de tweede afdeeling van het Gymnasium bezoe ken niet voor allen hetzelfde is. Terwijl sommigenbestemd voor de Rijks militaire scholen en dergelijke inrigtingen niet zoo zeer behoefte hebben aan uitgebreide kennismaar veeleer aan een zeer grondig verstand der beginselenom later daarop voort te bouwenworden anderen daarentegen opgeleid ombij het verlaten van het Gymnasiumhet geleerde in beoefening te bren gen. Zij hebben behoefte aan de meer uitgebreide kennis in de wis- en natuurkundezoo als die voor de hoogere burgerscholen is voorgeschreven. Wij moesten alzoo in de regeling der lessen een middenweg volgen die niet gemakkelijk was af te bakenen. De meest krachtige pogingen van onzen verdienstelijken Bestuur- der-Plaatsvervanger, meer bijzonder met de leiding van dit onder-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1864 | | pagina 246