Bijlage W.
Overeenkomstig het voorschrift van art. 36 der Verordening
van 27 Augustus 1861 {Verzameling n°. 191), dat van het Bur
gerlijk Armbestuur jaarlijks een uitvoerig en beredeneerd verslag
van zijne verrigtingen vordert heeft dat Armbestuur de eer zijn
verslag over het afgeloopen jaar 1864 bij deze aan den Gemeente
raad aan te bieden.
De Commissie zelve onderging geene veranderingendaar zij
bij besluit Uwer Vergadering van den 6den September 1864 op
nieuw de eer eener herbenoeming genootterwijl bij besluit van
den lieer Burgemeester van den 9den daaraanvolgende de Heer
Wethouder Mr. II. Baron Collot d’Escuky weder met het voor
zitterschap werd belasten naar aanleiding van art. 3 der Veror
dening de Heer Wethouder Mr. J. P. Vaii.la.xt tot plaatsver
vangend voorzitter aangewezen.
Even als in de vorige jaren waren de werkzaamheden van het
Burgerlijk Armbestuur zoodanig geregeld dat voor lederen tak
van beheer eene Subcommissie werkzaam bleef. Eene daarvan
werd aangewezen voor de zaken van het Bestedelingshuis eene
voor de finantiën van het Armbestuur en de aanbestedingen van
eetwaren en alle andere benoodigdheden buiten het Bestedelings
huis en voor het nazien van alle begrootingen en rekeningen
die hem ten onderzoek door het Gemeentebestuur worden opge
dragen en eene voor de geneeskundige dienst.
In het personeel der ambtenaren van het Burgerlijk Armbestuur
ontstond op den 20sten Junij 1864 eene vacature door het over
lijden van den armenopzigter Pu. Smit, die gedurende den korten
tijd dat hij werkzaam was, blijken gegeven heeft de noodige be
kwaamheid te bezitten om de aan die betrekking verbonden werk
zaamheden naar behooren waar te nemen. Bij besluit van Heeren
Burgemeester en Wethouders van den 22sten Augustus 1864
werd op eene aanbeveling van het Burgerlijk Armbestuur, over-