- 472.00
- 151.76
2049.7 ij
eerste uitdeeling in Januarij 1864 530 gezinnen alhier armlastig
en alhier wonende uitmakende 1191 zielen, te zamen bedeeld met
278.10 en 960 brooden per week, hetgeen verdeeld over het
gezamenlijk aantal bedeelden voor ieder gezin bedraagt aan geld
501 cent en aan brood ongeveer 18 cents, hetgeen in verhouding
tot het vorig jaar in geld ruim 2 cents minder en in brood
cent meerder bedraagt
en 73 gezinnenelders domicilie van onderstand hebbende
doch alhier wonende, uitmakende 165 personen, tezamen bedeeld
met 48.60 en 66 brooden per weekbedragende alzoo voor
ieder gezin ongeveer 75 j cent.
Bovendien werdenbehalve de van tijd tot tijd gedane ver
strekkingen van hemden, dekens, stroozakkenstroo en turf,
gedurende de wintermaanden uitgereikt 280 spijskaarten tot een
geldelijk bedrag van 117.60 ’s weeks aan de bedeelden in de
vijf eerste onderstandswijken en 197 spijskaarten (1379 portiën
’s weeks) ter waarde van ongeveer f 72,40 ’s weeks, aan de vaste
bedeelden te Scheveningen.
Deze onderstand, gevoegd bij het bedrag der eerste uitdeeling
in geld en brood, geeft te zamen eene geldswaarde van 619.30,
hetgeen bij omslag over de bovenvermelde 603 gezinnen voor
elk eene wekelijksche ondersteuning gedurende de wintermaanden
aangeeft van 1.02| ’s weeks, tegenover ƒ1.04 ’s weeks in 1863.
Bovendien werden nog te Scheveningen gedurende eenige win
terweken uitsluitend met brood warme spijs en brandstoffen be
deeld 271 gezinnen, te zamen uitmakende 1327 personen, voor
wie de bedeeling op 1 Januarij of in den loop dier maand aan
gevangen met enkele uitzonderingen eindigde op den laatsten
Februarij. Aan dezen werd gezamenlijk verstrekt 27,161 portiën
spijs, vertegenwoordigende eene geldswaarde van. 1425.951
4720 Ned. ponden brood ter waarde van ongeveer
en 27,100 turven ad
alzoo te zamen
of ongeveer 7.56 per gezin.
De maatregel nopens de intrekking of vermindering der bedee
ling van gezinnenwaarvan het hoofd aan den van wege de
Gemeente verstrekten winterarbeid was geplaatstwerd ook thans