50.45 -
.59
15
ƒ339.95 1616
940
48.20
66
1514
940
de ondersteuning in
enkele zeer talrijke
ƒ323.65
17
door liet Burgerlijk Armbestuur toegepast en
den regel ingetrokkenmet uitzondering van
gezinnen of uithoofde van ziekelijke omstandighedenin welk
geval onderstand alleen in brood of warme spijs en eenige brand
stoffen werd verstrekt.
Bij het eindigen van het wintersaizoen verviel de onderstand
voor de tijdelijke bedeelden geheel en werd, zoo als boven reeds
vermeld isde bedeeling voor de overigen aan eene herziening
onderworpen. Als een gevolg hiervan werd de ondersteuning voor
385 gezinnen, te zamen uitmakende 1710 personen, geheel inge
trokken tot een bedrag van 32.25 en 689 brooden ’sweeks,
benevens 565 portion spijs daags, en die van 284 gezinnen, te
zamen uitmakende 598 personen verminderd met 2.30 en 8
brooden ’s weeks benevens 368 portien spijs daags. De lijst der
bedeelden werd dien ten gevolge teruggebragt op 431 alhier arm
lastige gezinnen, uitmakende 843 personen, bedeeld met ƒ257.15
en 804 brooden benevens 62 elders armlastigenuitmakende
114 personen, bedeeld met 45.40 en 51 brooden ’sweeks,
welke cijfers op nieuw eenige vermindering aanwijzen tegenover
die bij den aanvang van het zomersaizoen in 1863.
Eene nog gunstiger verhouding doet zich kennen, wanneer men
acht geeft op de hoogste en de laagste cijfers der bedeelden van
dit en het voorgaande jaar.
Het hoogste bedrag, waartoe het aantal bedeelden gedurende
het wintersaizoenmet inbegrip der tijdelijk ondersteunden te
Scheveningen was geklommen beliep in 1863
alhier armlastigen
827 gez., 2573 pers., onderst, ni. 289.50 en 1557 br. ’sweeks en 925 spijsp. daags;
elders armlastigen
77 gez.., 1G7 pers.,
904 - 2740 -
en in 1864
alhier armlastigen
796 gez.2258 pers., onderst, m.f 215Ab en 1448 br. ’sweeks en 923 spijsp. daags,
elders armlastigen
74 gez., 160 pers.,
870 2418