rekening
kinderziekte
zienop haar verzoek ontslagen en naar deze Gemeente terug
gekeerd terwijl van de bestedelingen twee zijn ontslagen op ver
zoek van hunnen vader en een derde op eigen verlangen en in
staat zijnde zelve in haar onderhoud te voorzien.
Op den Sisten December 1864 bleven alzoo voor rekening van
dit bestuur in de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid nog
gevestigd 4 gezinnen en verpleegd 4 kinderen en 4 volwassenen.
De kosten dezer verpleging hebben voor 1864 bedragen 594.89
tegenover 1017.31 in 1863.
Tot de mededeeling overgaande van hetgeen betrekking heeft
op het verleenen van geneeskundigen onderstand aan onvertnogen-
denvindt het Burgerlijk Armbestuur zich verpligt melding te
maken van het overlijden van een der Gemeente-geneeskunst-
oefenaren, den Heer H. Netler, op den Isten April 1864. In
de betrekking van Gemeente-verloskundige gedurende een aantal
jaren werkzaamwaren zijn raad en voorlichting dikwijls van veel
gewigt en vaak van gunstige gevolgen voor de personendie deze
hulp behoefdenen waardoor het Armbestuur zijne diensten te
hooger schatte.
Ter vervulling van de opengevallen plaats, werd door Uwe
Vergadering op den 26sten April 1864 tot Gemeente-verloskundige
te ’s Gravenhage benoemd de Heer H. F. van Praag Heijmans,
Med. Art. Obstetr. Doctor alhier, die sedert eenige jaren den
Heer H. Netleb, ingeval van dienstverhindering, in deze betrek
king had bijgestaan.
Door den nieuw benoemde werden, ingevolge de Verordening
tot vervanging bij zijne verhindering, aanbevolen en door het
Burgerlijk Armbestuur aangesteld de heeren G. F. A. Wolter-
beek Muller en W. M. H. SüngerMed. et Art. Obstetr.
Doctoren alhier.
Werd op het voetspoor der beide vorige jaren ook ten aanzien
van het verleenen van geneeskundigen onderstand steeds met om-
zigtigheid te w’erk gegaan en ernstig onderzocht naar de omstan
digheden en het domicilie van onderstand der personendie deze
hulp begeerden, de kosten, te dezer zake vereischt, overtroffen
die der vorige jaren. De reden daarvan moet echter gezocht
worden in het langdurig heerschen der epidemie van
