het Burgerlijk Arm-
onderstand aan even zoo veel gezinnen niet 452 personen minder
dan in 1863 zijn verstrekt, en in de Vilde onderstandswijk die
hulp door 22 personen minder werd genoten dan het vorige jaar,
terwijl het aantal afgegeven ziekenbriefjes in de vijf eerste onder-
standswijken 1850 en in de Vide onderstandswijk 65 meer dan
in 1863 heeft bedragenen tegenover een getal van 501 ver
pleegden in het Gasthuis gedurende 1863, 590 personen gedu
rende 1864 in dat gesticht zijn verpleegd.
Terwijl het aantal der voor rekening van
bestuur in de Gemeente-Apotheek gereed gemaakte voorschriften
tot een cijfer van 68,921 klom, en alzoo in verhouding tot 1863
eene vermeerdering aanwijst van 6948 receptenbleef dat getal
nog beneden dat van 1862, toen reeds ten gevolge der nieuwe
regeling eene belangrijke vermindering daarin zigtbaar was. Met
betrekking tot de Vide onderstandswijk, waarin Scheveningen ge
legen is, was de vermeerdering, bij vergelijk met de beide vorige
jaren zeer aanzienlijkdoch in verhouding tot de bevolking en
uit aanmerking van de geheerscht hebbende epidemie, niet on
gunstig te noemen. Het aantal aldaar gereed gemaakte voor
schriften bedroeg intusschen 1138 meer dan in 1863.
Ten aanzien van den verleenden geneeskundigen onderstand
in het Gasthuis zij voorts vermeld, dat op den Isten Januarij
1864 die verpleging voor rekening van het Burgerlijk Armbestuur
verstrekt werd aan 54 personen. Volgens den hierboven vermelden
staat werden in den loop des jaars nog 536 personen daarin op
genomen, zoodat die verpleging verleend is geworden aan 590
personen, waarvan 244 elders domicilie van onderstand hadden,
wijzende, in verhouding tot het vorige jaar, eene vermeerdering
aan van 89 personen en wat de elders armlastigen aangaat van 86
ten gevolge waarvan dan ook de te dezer zake gemaakte kosten
voor het Burgerlijk Armbestuur eene betrekkelijk geringe verhoo-
ging hebben te weeg gebragt; doch daarentegen aan andere Ge
meenten belangrijk meer in rekening is gebragt.
Van de 590 verpleegden zijn in den loop des jaars 75 over
leden en 449 ontslagen; terwijl op den 31sten December 1864
in verpleging zijn gebleven 66 personen, waaronder 30, wier
domicilie van onderstand elders is gevestigd.