26
f
Het geslagt.
De turf
De steenkolen
Het gedistelcerd
De wijn
liet gemaal
liet brandhout
f 14,879.14
46,462.51
78,999.37
887.0(1
46,559.431
222,940.95
15,740.871
heeft de Raad, bij Verordening van den 25sten Januari)
1864, de Gemeente-opcenten vast gesteld op zestig, met
uitzondering van die op de buitenlandsche likeuren die
op veertig bepaald werden, terwijl de eigen belasting ge-
bragt werd op ƒ21. Dit laatste als grondslag aannemende,
is deze belasting verhoogd met 2/33 of ruim 6 pCt.
zoodat de raming minstens f 10,000 booger kon gerekend
wordenbovendien schijnt de invoering dier verhoogde
belasting een belangrijken invloed te hebben uitgeoefend
op het cijfer van opbrengst in de twee eerste maanden
van 1864, want de vergelijking tusschen de opbrengst in
Januarij en Februarij 1864 en 1865 valt zeer ten ongunste
van laatstgemeld jaar uit.
In de 2de calhegorie van lett. b. en onder lelt. c. komen
voor de eigen middelen op voorwerpen van verbruik
zij zijn:
14,300
46,100
67,600
1,100
45,400
208,900 i
14,200 I
I
Met uitzondering van de belasting op het gedistelcerd
hebben al deze middelen meer dan de raming opgeleverd.
Evenmin als wij naar oorzaken van het lage cijfer van
het eigen middel op het gedistelcerd behoeven te zoeken,
daar het bekend is dat dit ontstaat door vermeerderde
restitutie, zal het noodig zijn acht te geven op het onbe
duidend verschil tusschen raming en opbrengst bij het
Opbrengst.
Paining.