31 c. gehad met de wedde van den Boutefeu van het Raadhuis die vroeger onder lett. b. en dit jaar voor hel eerst onder lett. a. verantwoord werd. Belastingen en ongelden. Het bedrag der belastingen en ongelden heelt geene noemenswaardige verandering ondergaande gestadige afwisseling in de bezittingen der Gemeente maakt het evenwel moeijelijk, voor deze uitgaaf een normaal cijfer aan te geven. b. Kosten van de publieke werken. De oorzaken, waardoor dit onderdeel der geldelijke administratie over 1864 zooveel hooger is als over 1863, zijn allereerst, dat in laatstgemeld jaar minder buiten gewone werken onder de gewone posten der fabricagie opgenomen waren dan in 1864 het geval is geweest, maar bovendien, dat er waarschijnlijk nu minder ter vol doening is overgebleven dan vroeger. Over de bijzonder heden van dit onderdeel zal bij Hoofdstuk V meer uit voerig worden gehandeld. d. Kosten van het openbaar onderwijs. Al de posten van deze rubriek zijn in 1864 geklommen, als gevolg van de uitbreiding en ontwikkeling van het Gymnasium en het voorbereiden van de school voor middelbaar onderwijs met vijfjarigen cursus, alsmede van de uitbreiding dei’ Gemeentescholen met eene voor uit gebreid lager onderwijs tegen matig schoolgeld. Daaruit vloeiden meer uitgaven voort aan vuur en lichtaan onderhoud enz.terwijl ook de kosten der bewaarscholen ten gevolge van bet gebruik van groote localen, steeds toenemen. Alleen de kosten van prijsuitdeelingen zijn verminderd,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1864 | | pagina 37