41
1°.
4,510.00
f
2,257.50
3°.
3,610.00
1,700.00
5,000.00
Lijfrenten, voortspruitende uit de ne
gotiation van 1804 en 1810, ten be
hoeve der Gemeente aangegaan, en
bedragende
De renten der geldleening, gevestigd
op het gebouw van den Schouwburg.
Die van de geldleening, in 1855 aan
gegaan voor den aanbouw van twee
vleugels aan het Gemeente-Badhuis
te Scheveningen
Afloopende betalingen.
Overeenkomstig de voorwaarden der ne
gotiate voor den Schouwburg werden op
den 21 sten Maart 1864 bij uitloting tegen
den Isten April zeventien aandeelen, ieder
ter grootte van 100, aflosbaar gesteld, te
zamen alzoo bedragende
(N°. 28, 96, 310, 486, 624, 645, 655,
713, 769, 770, 833, 853, 888, 965, 1062,
1185 en 1221.)
Van de negotiatie van 1855 werden op
den 21 sten December 1863 tegen den 2den
Januarij 1864 de navolgende nommers van
aandeelen aflosbaar gesteld, ten gezamenlijke
bedrage van
(N°. 11, 22, 36, 40, 104, 153, 154,
180, 211 en 233.)
Ten laste der Gemeente kwamen in 1864 de onder
staande renten:
Renten van Gemeenteschulden.
2’.
GELDMIDDELEN DER GEMEENTE.