52
Voor het onderhoud en de vernieuwing der straten en
pleinen werden in 1864 drieërlei soort van keijen gebe
zigd namelijkgewone Veluikeijengewone Luiksche
zoo ver ze heteeld konden wordenzijn ze verhuurd en
leverden ze goede voordeelen voor de Gemeente op, ter
wijl overigens ten aanzien der bosschenduingronden en
woeste gronden in Hoofdstuk XII de gelegenheid zal zijn,
meer omstandig te berigten.
In 1864 heelt de Gemeente van hare verschillende lan
derijen en gronden getrokken
aan landpachtenf 1,825.38
■I grondrenten en erfpachten. - 11,522.874
recognitiën en renten - 1,634.61
Totaal 14,982.864
Ten aanzien der belangrijke toeneming van dit totaal
die voor 1864 ongeveer 1500.0(1 heeft bedragen, moet
men doen opmerken, dat die het meeste gelegen was in
de grondrenten en erfpachtenhet natuurlijk gevolg van
den nog steeds voortgaanden aanbouw der Gemeente.
Deze vermeerdering van inkomsten strekt dan ook lot
vergoeding van het gemis der renten van die kapitalen,
welke in de laatste jaren moesten aangewend worden
voor den aankoop van terrein voor die uitbreiding, zoo
als aan den Mallemolen in den Zusterpolder enz. Wij
achten hel daarom niet onbelangrijk te doen uitkomen
dat de opbrengst der Gemeentegronden in 1853 (over
welk jaar deze opgave hel eerst in het Verslag voor
komt) slechts f 5010.88^ bedroeg, zoodat in 11 jaren
eene vermeerdering is ontstaan van 9971.98.
Door de ingezetenen werden alhier van de Gemeente
gronden geene inkomsten getrokken.
STRATEN EN PLEINEN.