71 101 als broeders of halve broeders van hen, die nog in dienst waren 64 als broeders of halve broeders van hen, die vijfjaren gediend hadden, en 6 als broeders of halve broeders van henwier plaats vervangers in dienst waren zoodat er tot vinding van het aan de Gemeente op gelegde aandeel in de ligting overbleven 327 personen. Dat aandeel bedroeg 203 manschappen, berekend voor een getal van 681 ingeschrevenen, op den Sisten December 1863 nog in leven, na aftrek van hen, die vóór hunne inschrijving zich vrijwillig in dienst bevonden. Op rekening van dit aandeel werden afgeleverd: 153, die in persoon optreden, doch waarvan 21 jonge lieden, na de inschrijving vrijwillig in dienst getre den, nominaal werden ingelijfd; 1 bij de zeemilitie, die echter later bij hel stellen van een plaatsvervanger is ontslagen; 22 bij plaatsvervanging; 20 bij nommerverwisseling, terwijl op den Isten Augustus wegens afwezigheid nog een 7tal oningelijfd bleef. Tot aanvulling van dit ont brekend getal werden hoogere nommers opgeroepen en ingelijfd, ten gevolge waarvan het trekking-nommer 525 het hoogste nommer was, dat dienstpliglig werd, en 124 voor de dienst geschikt verklaarde personen buiten op roeping zijn gebleven. Tot bijzondere opmerkingen hebben wij bij de uitvoe ring der wet dit jaar gcene aanleiding gevonden; de daarbij gegeven voorschriften konden behoorlijk worden nageleefd en een regelmatige afloop der ligting is daar van het gevolg geweest.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1864 | | pagina 77