80 b. Ten aanzien der bewaarscholen, die wij onder deze rubriek in de eerste plaats moeten vermeldenkunnen wij verwijzen naar het meergemeld verslag der Plaatselijke Schoolcommissie (Bijlage 0)waarin ook dat onderwerp behandeld wordt. Uil het verslag van de Subcoramissiën der Gemeehte- bewaarscholen ontleenen wij nog de mededeeling van het eervol ontslag, hetwelk door den Baad onder toekenning van pensioen, op haar verzoek, werd verleend aan Mej. de Weduwe S. de Roo, bestuurderesse der Gemeente- bewaarschool aan den Noordwaldie wegens zwakke ge zondheid en gevorderden leeftijd die betrekking niet langer kon vervullen. Nadat hare dochter, Mejufvrouw F. C. 50,833.93 in 1802 en 53,192 58j in 1863), wordt het duidelijkdat de kosten voor het lager onderwijs steeds klimmende zijn geblevenen wanneer men dan verder nagaat, dat de nieuwe school te Scheveningen op hare beurt weder de oorzaak zijn zal van meer uitgaven, zal het niet ontkend worden, dal men het normale cijfer dier kosten nog geenszins bereikt heelt. Aan de navolgende personen werd gedurende het jaar 1804 de verklaring afgegeven, bedoeld bij art. 37, lelt, c der Wet van den 3den Augustus 1857 (Staatsblad n°. 103): den 8sten February 1864 aan Abraham Mattheus Haan den 29sten April 1861 aan Jacobus Arnoldus de Jong; den 30stcn Mei 1864 aan Wvnandus Hubertus Dona tes Hoen den 19dcn September 1864 aan Ignatius Theodores Wolff en den llden October aan Mejufvrouw A. M. Steygraff. SCHOLEN VAN BIJZONDEREN AARD EN STREKKING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1864 | | pagina 86