88
Van harte wenschen wijdat, het liefderijk doel
dezer Instelling' meer en meer moge bereikt
worden en het der Hoofddirectie nimmer aan de
noodige hulpmiddelen moge ontbreken, om haar
zoo goed begonnen werk met kracht te kunnen
voortzetten.
Van de twee onderwijzersgezelschappenwelke m deze
Gemeente bestaan, heelt slechts het tweede, hetwelk in
twee afdeelingen gesplitst is, in 186-4 geregeld zijne
bijeenkomsten in de daarvoor door de Gemeente beschik
baar gestelde localen gehad, terwijl door het eerste, even
min als in de laatstvoorgaande jaren, vergaderingen ge
houden werden.
De schoolopziener van het 1ste district van Znid-Holland,
van wien wij deze opgaven bekomen hebben, verklaart in
zijn rapportdat de Leden der beide afdeelingen van het
tweede gezelschap met veel ijver aan de werkzaamheden
in de gehouden bijeenkomsten hebben deelgenomen. De
eerste afdeeling (Hoofdonderwijzers) bestond uit 38 leden
tegen 36 in 1863, en de tweede afdeeling {Hulponder
wijzers) uit 44 tegen 42 in het vorig jaar. Hel geheele
getal leden is dus van 78 tot 82 geklommen.
Van wege het Dijk werd over 1864 weder een subsidie
toegestaan aan de eerste afdeeling ten bedrage van 25,
en aan de tweede afdeeling ten bedrage van 30.
De ’s Gravenhaagsche afdeeling van het Nederlandsch
Onderwijzersgenootschap, die door gebrek aan deelneming
voor eenige jaren was te niet gegaan, heelt zich op het
einde van het jaar 1864 weder geconstitueerd met een
getal van 15 Leden, terwijl alhier bovendien zich nog
9 algemeene leden van het genootschap bevindendie
zich niet aan de afdeeling hebben aangesloten. De reeds
>1
C. SCHOOLONDERWtJZERSÜEZELSCHAl'.