105
5°. De Maatschappij de Toekomst.
Het afgeloopen jaar was voor deze Maatschappij
geen gelukkig tijdperk; zij verloor in den Heer
J. II. Lubeck over wiens overlijden wij nader
verslag doen, haar Voorzitter en Muzijk-Directeur:
een mandie de Maatschappij lief had en haar met al
zijne krachten ondersteunde, en behalve dit verlies,
in een morelen zin, was zij met hare concerten
zeer ongelukkig, daar het 19de haar niet alleen
niets opbragt, maar zelfs nadeelig was, terwijl
allerlei omstandigheden medewerkten om het geven
van het 20ste concert onmogelijk te maken.
Aan drie weduwen keerde de Maatschappij in
het maatschappelijk jaar 1864/5 eene som van
241.65 uit, en men kan dus verklaren dat zij
reeds bezig is aan hare bestemming te beantwoor-
verkrijgen van zoodanig een zaal gevolg te geven,
ook in verband met de door het Gemeentebestuur
daaromtrent gedane aanbieding. Die Commissie is
evenwel niet geslaagd in hare pogingen om op
die voorwaarde voor dat doel de noodige fondsen
bijeen te krijgenen daarom heeft zij zich op
nieuw tot ons gewend met verzoek om aan den
Raad het voorstel te doen tot het verleenen van
een jaarlijksch subsidie van ƒ5000, ten einde daar
mede de aan te gane geldleening achtereenvolgens
te kunnen aflossen. Het volgend Verslag zal ons
de gelegenheid openen om mede te deelen wat
hieromtrent verder heeft plaats gehad; het voren
staande zij genoeg om aan te toonendat de be
hoefte aan voorziening ten dezen opzigte sterk
wordt gevoeld en erkend.