n-2 onze I wij van haar een afschrift ontvangen van liet jaarlijksche verslag, hetwelk zij volgens art. 11 van gezegd reglement aan den Minister van Binnenlandsche Zaken moet uitbren gen over den toestand der inrigting, welk stuk wij van genoegzaam belang hebben geacht, om het als Bijlage W in zijn geheel hierachter te voegen. De bijzonderheden omtrent het onderwijs, het getal leerlingen enz. worden in dat Verslag gevonden en daar toe derhalve verwijzendevoegen wij alleen hierbij nog de mededeelingdat de Commissie voor de normaalklasse door ons opmerkzaam is gemaakt op de bepaling van art. 42 van gezegd Reglementomdat daardoor de ge legenheid wordt geboden om de jongeliedendie tot onderwijzer worden gevormdeene grondige en geregelde muzijkale opleiding te doen genieten. Ten aanzien van den Schouwburg verdeden wij mededeelingen weder in twee afdeelingen, als: a. liet Nationaal tooneel, waaromtrent wij slechts te berigten hebben, dat de Directie van dal tooneel door ons op nieuw is toevertrouwd aan den Heer J. C. Valois, die zich, naar onze overtuiging, van zijne moeijelijke taak, om een tooneel te beheeren, waarvoor evenmin overvloed van geschikte stukken als van bekwame acteurs bestaatnaar behooren heeft gekweten. De voordeelen, tegenwoordig aan het nationaal tooneel verleend wordende, schijnen voldoende te zijn om dat tooneel op den bestaanden voet te doen voortduren; en b. het Fransche tooneel, dat in 1865 een nieuw tijdperk is ingetreden, daar het, even als vóór de twee jaren van het eigen beheerweder aan den ondernemings geest en de bekwaamheden van een Directeur is overgelaten. De Gemeenteraad, die den 17den Ja-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1865 | | pagina 118