Ten aanzien van dit registerhetwelk na de volkstelling in 1860 geheel vernieuwd en gewijzigd ingerigt ishebben wij niets bijzonders te berigten; al de hiertoe behoorende onderdeden (de alphabetische tafels, het huizenregister enz.) bevinden zich in een goeden staat en worden met de meeste zorg en naauwkeurigheid bijgehouden. Wat wij in het vorig Verslag over de nuttigheid van het bezit van een goed bevolkingregister zeidenheeft zich in het afgeloopen jaar op nieuw bevestigd, daar het in eene wezenlijke behoefte voorziet en als een onmisbaar bestanddeel van de tegenwoordige Gemeente-administratie moet worden beschouwd. Over medewerking van de zijde der Ingezetenen tot het bijhouden van het bevolkingregister hebben wij bij voort during te roemen, en aangenaam is het ons tevens van de werkzaamheid der afdeelingsbesturen te mogen getuigen dat zij met den meeslen ijver wordt verrigt; hierdoor vooral wordt de volledigheid van het bevolkingregister bevorderd en beantwoordt het krachtig aan het doel, waarmede het verordend is. De vergaderingen met de afdeelingsbesturen zijn op de bepaalde tijden gehouden, en bewezen dat het voorschrift daartoe niet zonder practisch nut is, aangezien het de gelegenheid biedt, om ongezocht goede opmerkingen te ontvangen van hen, die uit den aard der zaak met de belangen van het algemeen van nabij bekend zijn. Aan den Wethouder van den Burgerlijken Standwaartoe ook het bevolkingregister behoortis opgedragen het doen nommeren der huizen uit de daarvan gehouden aantee- keningen en de opgaven van de afdeelingscommissarissen is gebleken, dat in 1865 zijn aangebouwd 486 nieuwe percelenwaartegenover door veranderde rigling van BEVOLKINGREGISTER.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1865 | | pagina 11