426
4°.
3
9
4
4
2
2
4
3
e.
2
4
5°.
4
6°.
7°.
2
4
4
4
40
4
4
4
Huiszittende armen
a. Diaconiën
b. Algemeene en Burgerlijke
Armbesturen
2°. Commissiën en vereenigingen, die
gedurende den winter uitdeelin-
gen doen van levensmiddelen en
brandstoffen
3°. Genootschappen, die aan schamele
armen onderstand verleenen
4°. Godshuizen
a. Weeshuizen
b. Gestichten voor oude en ge
brekkige lieden
c. ld. voor oude lieden en kin
deren te zamcn
d. Bestedelinghuizen
Hofjes
4°. Alleen woning, zonder of
tegen geringe huur
2°. Behalve vrije woning, on
derstand in geld of natura.
Gestichten, uitsluitend voor zie
ken of gewonden
Banken van leening
Zieken- en begrafenisbussen
8°. Spaarbanken
9°. Spaarkassen
40°. Instellingen tot werkverschaffing
in daartoe ingerigte werkplaatsen
Gesubsid. jOngesubsid.