132 op den 13den September, des voormiddags ten half elf ure, in het huis n°. 110 op de Lange Beestenmarkt; tegenwoordig de spuiten n°. 2 en 3 zonder water te geven. De straatverlichtingwaaraan natuurlijk voortdurend uitbreiding moet worden gegeven, geschiedde op den 31 sten December 1865 door middel van 344 gaslichten van de 1ste en 980 gaslichten van de 2de klasse, van 32 olie- lichlen en van een reverbèrezij was niet minder dan vroeger en in hoeverre zij voldeed aan het contractheeft het rapport doen kennen van de Heeren J. II. van Sille- voldt, Dr. II. G. van de Sande Bakhuyzen en J. R. F. Nievergeld hetwelk door hen den 18den Maart 1865 werd uitgebragtter voldoening aan het verzoek om een onder zoek in te stellen, in hoever de straatverlichting binnen deze Gemeente voldoet aan art. 7 van het contract van den oden Mei 1844. In dat wetenschappelijk en belangrijk rapportdat wij hebben doen drukken en verspreiden komen gemelde Heeren tot de slotsomdat er geen redenen beslaanom het gas niet behoorlijk en zuiver te noemen, maar dat, voor zooveel de verlichtingscapaciteit aangaat, niet voldaan wordt aan art. 7 van genoemd contract; wordende door hen overigens verwezen naar een te Parijs in 1856 betreffende de lichtsterkte ingesteld onderzoek, dat hetzelfde resultaat had, maar tevens heelt aangetoonddat aan de lichtvlammen geenszins de ver- eischte lichtsterkte te geven is, tenzij men bekken bezige, die eene wijder opening hebbenen dan de drukking zoo gering mogelijk doe zijn. Hun advies was derhalve omin overeenstemming met den Gasleverancier, dergelijke onderzoekingen en wijzigin gen, als te Parijs volbragt zijn, ook hier te doen plaats hebben, om zoodoende in de straatverlichting groote ver beteringen aan te brengen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1865 | | pagina 138