142 IJ O O F D S T U K XIII. Verveening .Jagt en Visscherij. a. Zoo als reeds in vorige Verslagen meermalen werd opgemerkt, is het jagtveld in deze Gemeente onbeduidend de staat van het jagtveld was, behoudens den geringen omvangniet ongunstiger dan in vroegere jaren. Het jagtveld alhier beval niet anders dan klein wild, doch volgens de daarvan bij ons ingekomen mededeeling was de jagt in 1865 verre van gunstig. Wij herhalen hier verder het reeds vroeger vermelde, dal het jagtveld voor het grootste gedeelte bestaat uit gereserveerde jagt van Z. M. den Koning, en dat in onze Gemeente geene eigen- of huurjagten gevonden worden, evenmin als eendvogelkooijen, duiventillen, zwanen- en ganzendriflendie der vermelding waardig zijn. Sedert de opheffing der premiën voor het afmaken van voor het jagtveld schadelijke dierenkunnen wij omtrent den staat daarvan en het getal der afgemaakte schadelijke Alhier worden geene grondendie tot verveening ge schikt zijn, gevonden. des Verslagsterwijl wij van het pluimvee geen opgave kunnen doen en verder slechts behoeven te vermelden, dat in onze Gemeente geen werk wordt gemaakt van bijenteelt. In den staat lelt. BB, achter hel Verslag, wordt, de opgaaf gevonden der middenprijzen van veld- en tuin vruchten, ooft, vee, boter en kaas, hout en schors en die van de ter markt gebragte hoeveelheden. VERVEENING. b. JAGT.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1865 | | pagina 148