153
c.
op Leijden, en daarom-
b. de schuitendie tot vervoer van goederen op vaste
tijden varenen waarvoor als zoodanig de voor-
deelen genoten worden, toegekend bij de Verorde
ning van den 16den October 1860, en
de stoombooten.
De alhier nog bestaande volksschuitenveeren zijn die
van ’s Gravenhage op Delft en
trent hebben wij geene bijzonderheden mede te deelen;
de dienst in die veeren werd geregeld waargenomen
en, naar het ons voorkomt, voorzagen zij ruimschoots
in eene behoefte, die, onaangezien de toeneming en ver
betering der middelen van vervoer tusschen deze Ge
meenten, nog daaraan schijnt te bestaan. Het Leijdsche
volksschuitenveer wachtsedert de Gemeente daaraan
geene voordeelen meer toekent, nog altijd op regeling.
De voordeelen toegekend aan hen, die op vaste tijden
lol vervoer van goederen wenschen te varen, werden in
1865 alleen toegekend aan
Johannes Zuurmond, wonende te Scheveningenvoor
het veer tusschen Scheveningen en Rotterdam, met de
vischschuit genaamd Schevening's Welvaren, en zulks ter
vervanging van
Pieter van Dam zijnde het besluitwaarbij hem
die voordeelen waren toegekendmitsdien ingetrokken.
Overigens bleven dezelfde schippersaan wie sedert
het jaar 1860 op den voet der Verordening die voordeelen
verleend waren, voortgaan met op de door hen bepaalde
tijden te varen, en werd daardoor, voor zoover wij
hebben kunnen nagaanvoldoende in de behoefte aan
vervoermiddelen van goederen voorzien.
Concessie werd in 1865 verleend aan N. Spijker
W. Kruiswijk en F. Kievit, voor eene schroefstoomboot-
dienst tusschen Gravenhage en A msterdamterwijl ook