154 Ten aanzien der Hollandsche IJzeren Spoorwegmaat schappij kunnen wij verzekeren dat zijvoor zooveel onze Gemeente betreft, noch in de wijze van exploitatie, noch in de uitoefening der dienst redenen tot klagten heeft opgeleverdzij voorzag naar behooren in de behoefte deed extra treinen rijden wanneer dit ook in het belang der Gemeente wenschelijk was en leverde alzoo meer malen het bewijs, dat zij dat belang met het hare goed wist te vereenigen. Nog steeds is zij de eenige spoorwegdienst, waarmede onze Gemeente in aanraking is en daardoor blijft Gra- venhage voortdurend verstoken van het voordeel van aan sluiting aan het groote spoorwegnet. Op welke wijze en wanneer zal haar eindelijk dat voordeel ten deele vallen aan de concessionarissen op hun verlangen de voorregten werden toegekend bedoeld bij de Verordening van den 16den October I860 (Verzameling n°. 184). Ook over de stooinbootdiensten zijn ons als zoodanig geene klagten aangebragt; wel werden wij meermalen opmerkzaam gemaakt op de schade die door het varen der stoombooten aan de glooijingen wordt toegebragt en op de behoefte om daarin te voorzien, maar aangezien deze klagt minder in dit Hoofdstuk te huis behoort en daarin toch nimmer een reden kan gelegen zijn om de stoombootdiensten te werenvermeenen wij dit punt verder te kunnen laten rusten. De schuitendienst van en naar Scheveningendie in geen van de drie opgenoemde categoriën valtheeft in den afgeloopen zomer zeer goede zaken gedaan en was van groote nuttigheid voor het vervoer van de groote menigte personen, die gedurende het badsaizoen Scheve ningen bezocht. MIDDELEN VAN VERVOER TE LANDE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1865 | | pagina 160